Obolos 09

Geplaatst door op 10 mrt 2011 in | geen reacties

NASOS VAYENÁS – BARBAARSE ODEN Een van de belangrijkste Griekse dichters van de laatste twintig jaar is Nasos Vayenás (geb. 1945). In zijn laatste bundel, Barbaarse oden (1992), ‘bezingt’ hij de maan, de nacht, het duister, maar vooral de vrouw, de liefde en ook de poëzie. Dit zijn voor hem ‘kieren in het niets’, waardoor hij toch nog vóórtkan, nadat hij in zijn vorige bundels had vastgesteld dat hij het stellen moet ‘met wat overschoot’. ‘Barbaarse poëzie’ is een aanduiding voor pogingen, in de vorige eeuw, om klassieke metra en strofenbouw (Sappho, Alcae­us) tot leven te brengen in de moderne talen. Vayenás hanteert dit begrip op een eigenzinnige manier, die weinig van doen heeft met de traditionele poëzie en alles met de moderne; tegelijk is zijn aanpak kenmerkend voor de eisen van weldoordachtheid die hij ook aan moderne poëzie stelt. Meer over de bundel in de inleiding van deze uitgave. De vertaling is van de hand van Marko Fondse en Hero Hokwerda, die enkele jaren eerder reeds een uitvoerige keuze uit Vayenás’ eerdere poëzie presenteerden, onder de titel Biografie en andere gedichten (Amsterdam, 1990, Het Griekse Eiland). Nasos Vayenás, Barbaarse oden (vertaling Marko Fondse en Hero Hokwerda [tevens inleiding], 1997, ISBN 90 5693 016 8, XIV + 64 p.)...

Lees Meer

Obolos 13

Geplaatst door op 10 mrt 2011 in | geen reacties

Zes Griekse dichters — Aanslag op het zwijgen In juni 2000 kwamen zes Griekse dichters naar Rotterdam om uit hun werk voor te dragen op het 31e Poetry International Festival. ‘Griekse prachtdichters’, zoals NRC-Handelsblad de volgende dag kopte: ‘Soms gebeurt er meer dan een mens durft te hopen op een Poetry-avond (…). Almaar denken: wat een mooi gedicht! Wat een goede dichter!’ (Marjoleine de Vos) Dat er Nieuwgriekse poëzie ná Kavafis, Seferis, Elytis en Ritsos is, kunt u nu zelf ook nalezen in deze uitgave, met alle gedichten die door ‘de zes’ voor Rotterdam waren gekozen. Directe, persoonlijke, zinnelijke poëzie, vaak met een diepere humor, verbonden met het eigen land, maar dan bijna tegen heug en meug en zonder nationalisme of andere bombast, van dichters die elk op hun eigen wijze in de moderne tijd staan. Persoonlijke gedichten van de maatschappelijk geëngageerde Titos Patríkios, die al wat ouder is, maar nog steeds actief. Dan vier dichters van de “Generatie van ’70”: kinderjaren en provincie tegenover volwassenheid en grote stad bij Yorgos Markópoulos, moderne grote stad Athene en brokstukken van de oudheid bij Yannis Patilis, huiselijke wereld en kosmische betekenissen bij Athiná Papadaki, kieren in het niets en de dood bij Nasos Vayenás (van wie in Obolos ook de bundel Barbaarse oden is uitgegeven). En ten slotte de wat jongere Charis Vlavianós (zie ook Obolos 14), die op zoek is naar het begin van herinneringen, vóórdat zij tot herinnering werden. De uitgave is verzorgd door Hero Hokwerda, die tevens gastredacteur, vertaler en presentator was van de Poetry-avond met de zes Griekse dichters. Zes Griekse dichters, Aanslag op het zwijgen (Inleiding en vertaling Hero Hokwerda, 2001, ISBN 90 76892 05 9, XX + 219 p.)...

Lees Meer