Margarita Karapanou ‑ Kassandra en de wolf De volwassenen zijn de kinderwereld helaas maar al te snel vergeten. De grenzen daarvan zijn in beweging en veranderlijk, en wat de kinderen van de getraumatiseerde en traumatische wereld van de volwassenen oppikken, analyseren ze onder een heel eigen licht, hard en onbestemd, net als het licht dat we het ‘uur van de wolf’ [de avondschemering] noemen. Dat licht stelt hen in staat alleen datgene te zien wat ze wíllen zien of waar ze aan toe zijn. Kassandra is tussen de zes en tien jaar oud: ze is overmatig knap en overmatig intelligent en gevoelig, en haar ouders zijn overmatig verwend door het leven. Daarom geeft zij, met een heel eigen, persoonlijke alchemie, een nieuwe vorm aan liefde en sex, aan dood en leven, aan menselijke dominantie en tederheid en tegelijk ontbinding en aan alle perversies van het leven — een vorm binnen haar eigen dimensies, om zo al die dingen te kunnen bevatten. Kassandra lijkt onmenselijk en een fantaste, dwaas en poëtisch, teder en wreed: ze is een kind. Margarita Karapanou is in 1946 geboren in Athene. Haar kinder‑ en jeugdjaren bracht ze afwisselend door in Athene en Parijs. Ze studeerde filosofie en film in Parijs en was werkzaam als kleuterleidster in Athene. Kassandra en de wolf is haar eerste roman; na uitgaven in Amerika (1974), Zweden (1974) en Parijs (1975) verscheen de Griekse editie in 1976. In 1985 verscheen haar tweede roman, De slaapwandelaar; de Franse uitgave uit 1987 werd bekroond als het beste buitenlandse boek van dat jaar (in 1992 verscheen een Nederlandse uitgave). Uit 1991 dateert haar derde roman, Rien ne vas plus. …Ik heb uw boek gelezen en ik wil u gelukwensen met de buitengewone kwaliteiten ervan. Ik denk dat niemand het onderwerp van de kinderleeftijd zo heeft behandeld als u en op een zo open en onverwachte manier heeft gesproken over de heimelijke hardheid, over dat onzichtbare mengsel van fantasie en werkelijkheid. Ik moest denken aan Proust, Jerzy Kozinski en Lewis Carroll… Maar u heeft hier een waarheid weten te treffen die geen van die drie schrijvers getroffen heeft. Ik kijk vol ongeduld uit naar uw volgende boek. (John Updike, in een brief aan de schrijfster) Margarita Karapanou, Kassandra en de wolf (roman; vertaling Bernadette Wildenburg en Jan Veenstra, 1996, ISBN 90 5693 001 X, 95 p.) [€13,50]...
Grieks Proza 02
Elisávet Moutzán-Martinéngou – Gekooide dromen Begin negentiende eeuw leefde op het eiland Zákynthos Elisávet Moutzán-Martinángou (1801-1832). Door de strenge beginselen van haar aristocratische familie leefde zij in een volstrekt isolement, maar door veel studie wist zij zich te ontwikkelen en zij schreef zelfs een niet gering aantal literaire werken. Niets daarvan is bewaard gebleven, op dit korte autobiografische geschrift na (dat ook nog bekort werd door haar zoon). In haar ‘Autobiografie’ kunnen wij lezen hoe haar eenzame strijd tegen de barbaarse gewoonten van die tijd uitmondt in een vluchtpoging; wanneer deze mislukt, geeft zij haar verzet op en laat zich het huwelijk binnenvoeren, met een haar onbekende man. Een jaar later, na de geboorte van haar zoon, overlijdt ze. Meer over Elisávet Moutzán-Martinéngou en dit geschrift in de inleiding van de uitgave, van de hand van Mariëtta Ioannidou, Instituut voor Nieuwgrieks en Byzantinologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Elisávet Moutzán-Martinéngou, Gekooide dromen. Autobiografie van een Griekse ten tijde van de Verlichting (vertaling Bernadette Wildenburg en Jan Veenstra, inleiding Mariëtta Ioannidou, 1992, ISBN 90 72371 58 5, XIV + 42 p.) [€13,50]...
Obolos 07
Miltos Sachtouris – Het Hoofd van de Dichter en andere gedichten Een van de belangrijkste Griekse dichters van de eerste naoorlogse generatie is Miltos Sachtouris (geb. 1919). De dichters van deze generatie dreigen weleens schuil te gaan achter de groten van de Griekse poëzie van voor de oorlog (de oudere Kavafis, en Seferis, Elytis, Embirikos, Ritsos), maar zij verdienen hun eigen plaats. Elk op eigen wijze weerspiegelen zij de traumatische ervaringen die Griekenland in de jaren veertig heeft doorgemaakt (oorlog, bezetting en burgeroorlog) en de littekens die daarvan zijn achtergebleven. Sachtouris laat zich in zijn poëzie kennen als iemand ‘van vlees en bloed’, die in kleurrijke, absurde, ‘kinderlijke’, maar altijd aardse, concrete beelden en flitsen verslag uitbrengt van de wijze waarop de ervaringen uit al die jaren hebben ingewerkt op de ‘lachspiegel’ van zijn ontvankelijk gemoed, met zijn doordringende blik en zijn scherpe gehoor voor wat zich afspeelt achter de zichtbare, dagelijkse werkelijkheid. Meer over de dichter en zijn werk in de inleiding bij deze uitgave, die een keuze bevat uit alle bundels van Sachtouris uit de jaren van 1945 tot 1991. De vertalingen zijn van Bernadette Wildenburg en Jan Veenstra; de laatste verzorgde ook de inleiding. Miltos Sachtouris, Het Hoofd van de Dichter en andere gedichten (vertaling Bernadette Wildenburg en Jan Veenstra [tevens inleiding], 1993, ISBN 90 72371 71 0, XV + 103 p.) [uitverkocht]...